Ja, dat is natuurlijk makkelijk als je je eerste 1500 meter loopt. Zo'n 1500 meter telt niet mee voor de runnerscup en in de prijzen zou ik ook niet vallen. Er was dan ook geen enkele reden te verzinnen waarom ik het spannend vond, toen ik gister aan de start stond van de vierde wedstrijd van de Amersfoortse baancompetitie. Ik was ingedeeld in serie 3 met een richttijd van 5:20. Sjaak zou ook in die serie starten met een richttijd van 5:25. Martin was een stuk voorzichter geweest en stond nu in de tweede serie met een tijd van 5:40. Nadeel voor hem was dat hij naar verwachting de snelste in zijn serie zou zijn en dus veel alleen zou moeten lopen. Om een tijd van 5:20 te lopen zou ik rondjes van 1:25 moeten lopen. Ik had de gewenste doorkomsttijden uit mijn hoofd geleerd: 1:05 - 2:30 - 3:55 - 5:20. De vraag was natuurlijk of ik dat zou kunnen waarmaken. Dus misschien was het wel de spanning om niet door het eis te zakken, na een te snelle start. En het blijft toch een wedstrijd, dus ik wilde geen modderfiguur slaan ten opzichte van mijn clubgenoten.
Het inlopen deed ik zonder Garmin, want de batterij was leeg. Geluukig kon ik de lader van Martin en een stopcontact in de kantine gebruiken en zat-ie bij de start weer om mijn pols. In de tweede serie ging Martin als een raket van start met een eerste doorkomst van net onder de 1:00. Dat hoge tempo wist hij vast te houden en hij eindigde in 5:09! De toon was gezet, Sjaak en ik dachten dat we daar niet aan zouden komen. Veel tijd om het te verwerken hadden we niet, we mochten direct aan de bak.
Pas na enkele tientallen meters bedacht ik dat ik vergeten was om mijn Garmin te starten, dat deed ik toen pas. Daarna koos ik in eerste instantie de rug van Tim, een loper die ik in de 3000 en 5000 series ook al was tegengekomen. Voor mijn gevoel ging het echter vrij langzaam en toen kwam het dilemma: "Hoe loop je een 1500 meter?": Rustig beginnen zodat je nog wat overhoudt, met het risico dat je de verloren tijd niet meer inhaalt, of gelijk volle bak, met het risico van een instorting. Twee lopers waren harder begonnen, misschien moest ik daar wel aansluiting zoeken. Maar ik liep in een bocht en buitenom inhalen kost kostbare meters. Bij het uitkomen van de bocht ging er toch voorbij, maar de twee koplopers waren al verder weg, dat zou dus alleen lopen worden. De eerste doorkomst ging in 1:00, toch te hard dus. Na 400 meter kreeg ik een stuk wind tegen en na 800 meter nog een keer. de doorkomst na 700 was volgens mij rond 2:25 en bij 1100 net boven 3:50. Ik verloor dus wat snelheid en hoorde iemand dichterbij komen. Deze keer gaf dat de motivatie om weer iets te versnellen, ik had nog wat over, dat was een goed gevoel. Tim sloot aan, maar kon er niet meer overheen komen en in de laatste 100 meter sprintte ik hem er uit en zag ik op de klok 5:12. Met die snelle laatste ronde was ik toch ruim onder de richttijd gekomen.
Wat slechter nieuws is dat ik al weer een paar weken last heb van mijn rechterachillespees. Dat is vooral als ik een tijdje stilgezeten heb en dan weer ga lopen. Omdat ik mijn deelname aan de Stoomtramloop niet in gevaar wil brengen, doe ik in het weekend wel lange duurlopen op een rustig tempo. Maar sla ik door de week af en toe een training over. Na een inspanning koel ik met ijs. De klachten lijken minder te worden en worden in ieder geval niet ernstiger. De wedstrijden in deze periode laat ik vooralsnog niet schieten, dus volgende week kunnen jullie me weer aan de start verwachten in Utrecht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten