Na twee jaar corona vinden langzamerhand de "normale" evenementen weer plaats. Eerder deze maand hadden we de marathon van Rotterdam en in Amersfoort is de Keistad Baancompetitie weer gelopen. Daar had ik naar mijn mening niet veel te zoeken. Maar de Zomeravondcup in Utrecht staat ook weer op de kalender: vier keer een 10 kilometer om eens te kijken wat nu echt mijn niveau is. Het is een serie leuke wedstrijdjes op een gunstig tijdstip. Hoewel ik wegens vakantie de laatste zal missen, heb ik me er wel voor ingeschreven.
En zo liep ik, enigszins onwennig, op 19 april van de parkeerplaats naar het sportcomplex van Hellas in Utrecht. Tijdens dat wandelingetje realiseerde ik me dat ik mijn Garmin thuis had laten liggen, dat was jammer want die had ik willen gebruiken om mijn tempo te bewaken. Ik zou op gevoel moeten gaan lopen, dat had ik in 2015 ook al een keer gedaan, maar toen had ik nog wel een paar richtpunten in de vorm van andere lopers waarvan ik wist dat ze een vergelijkbaar tempo liepen.
Bij de baan trof ik Roy waarmee ik samen een stukje inliep. We waren vroeg, dit jaar start de 10 kilometer pas om 19:45. Terug bij de baan kwam ik nog meer Pijnenburgers tegen: Martin, Bas, Evert en Ruud van de wedstrijdgroep, Arno, Peter, Peter, Mark, Jos, Vincent, Ad, Wouter en Dirk. De heren waren goed vertegenwoordigd, de dames lieten het een beetje afweten. Nadat we de 5 kilometer hadden zien finishen in een nieuwe recordtijd, was het tijd voor onze start, waarbij ik een beetje achteraan in het veld bleef om niet te hard van stapel te gaan. Dat ging goed, want de start was heel comfortabel. Eigenlijk een beetje te comfortabel, dus gedurende de eerste rondjes op de baan begon ik rustig in te halen.
Ik had gehoord dat er ook hazen zouden meelopen voor iedere 5 minuten (dus 4:30, 5:00, 5:30 en 6:00 per kilometer). Met mijn doeltijd zou ik ergens tussen 50 en 45 willen eindigen, maar ik kon de hazen niet zo snel spotten. Na een kilometertje haalde ik Peter in en haakte ik aan bij een paar lopers waarvan het tempo me wel beviel. Ik had uiteraard geen idee hoe hard het echt ging. Ik haalde iemand in in een fel geel shirt van Hellas. Misschien was het één van de hazen, maar op welk tempo hij liep?
Het was goed loopweer, met alleen een beetje wind. Net op het stuk tegen die wind in (tussen 3 en 4 kilometer) kwam ik alleen te lopen omdat mijn maatjes een beetj hadden versneld. zo'n 20-25 meter voor me liep een klein groepje, maar forceren om aan te sluiten was geen goed idee. In dat groepje liep een dame met weer zo'n geel shirt, misschien ook een haas, dat zou dan tempo 4:30 kunnen zijn. Rond het 5 kilometer punt sloot ik aan bij het groepje van 4 lopers. Het was een mooi tempo, maar langzaam merkte ik dat ik steeds harder moest werken om aan te blijven haken. Op het beruchte klinkerweggetje (rond 7,5 kilometer) moest ik een gaatje laten, dat niet veel groter werd - ik hing aan het elastiek.
Met nog een kilometer te gaan probeerde ik nog een beetje te versnellen, maar veel zat er niet meer in en toen we de baan weer opgingen kreeg ik ook ernstig last van mijn darmen zodat de gehoopte eindsprint er niet meer van kwam. Vanuit mij ooghoek zag ik een tijd van net boven de 45 minuten (veel beter dan verwacht), maar ik had geen tijd om er van te genieten en ging direct door naar het toilet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten