Na zes weken hard trainen was gister dan de halve van Amsterdam. Zes weken geleden was ik nog niet erg optimistisch over mijn deelname, laat staan een goede prestatie. Maar mijn linkerbeen hield zich goed en langzaam aan begon ik toch weer te geloven dat ik rond 1.45 zou moeten kunne uitkomen. Zoals ik na de Bosmarathon al schreef, zou de basis moeten liggen in een beheerste start.
De deelnemers.
We gingen met een grote groep - André, Anita, Cora, Elly, Erik, Fokko, Martijn, Peter, René, Titus en ik en dan Bart en Philip nog als supporters met de trein. Rob ging op eigen gelegenheid en Boudewijn zou de hele Marathon gaan lopen. Tijdens de wedstrijd kwamen we Leen en Jan H (van de C-groep) tegen. Onderweg stond ook Willem nog langs de kant.
De verzorging.
We waren mooi op tijd, ruim voor twaalf uur waren we in Amsterdam. Martijn had niet alleen een avondprogramma georiganiseerd, maar ook een een privé-kleedruimte geregeld, waar we onze kleren konden achterlaten. Helaas geen privé-toilet, zodat we daar nog wel in de rij moesten staan. Daardoor raakten we wel eens iemand kwijt en vertrokken we laat naar de verschillende startvakken, zonder een degelijke warming-up. Dan maar wat heen en weer dribbelen in het startvak. Bart en Philip ontfermden zich over jasjes, shirts of sweaters, odat we die na de finish weer snel zouden kunnen aantrekken. Het was heerlijk loop weer, maar frisjes als je stil stond. Onderweg waren er natuurlijk weer de nodige verzorgingsposten, met Gatorade, water, bananen en sponsjes. Gatorade laat ik altijd staan, ik heb geen behoefte aan plakkerige handen onderweg. Water is lekker en deze keer heb ik me ook aan de bananen gewaagd. Die bevielen prima, net als de sponsjes, even dat zweet van je hoofd af vegen :-)
De sfeer.
De Marathon van Amsterdam is een druk evenement, maar de straten zijn breed. Door lekker langs de kant te gaan kon ik toch wel een eigen tempo lopen en kwam ik niet in de problemen. Soms een stoepje of een trambaan op of even door de berm. Zo haalde ik veel mensen in en af en toe kwamen anderen mij hard voorbij. In vergelijking met de Dam tot Dam loop is er minder publiek. De aankomst in het stadion is wel gaaf. En natuurlijk kom je altijd weer kleurrijke figuren tegen.
Het lopen.
Ik stond in startvak 2, dus niet bij Jeff, Erik, Peter, Titus en Fokko. Dat gaf me het voordeel dat ik gewoon mijn eigen tempo kon lopen en met niet zou laten opjagen. Aan de andere kant liep ik zo mischien wel de kans op hele snelle tijd mis. Misschien dat ik Fokko nog zou achterhalen, maar daar moest ik me maar niet te veel op richten. Na het startschot zag ik vlak voor de de streep Bart en Philip langs de kant die me toeschreeuwden dat Rob ook ergens voor me zou lopen, die zou ik in ieder geval wel tegen komen. En toen ging ik over de matten. Natuurlijk drukte ik weer op het verkeerde knopje op van mijn stopwatch, dus ik begon al met een meetafwijking van een paar seconden.
Daarna werd het zaak Vooral rustig te blijven lopen en onderwijl te speuren naar een kilometeraanduiding om te kunnen bepalen hoe hard ik nu eigenlijk ging. Eindelijk na 3 kilometer zag ik het eerste bordje. 14.30 over 3 kilometer was een mooie tijd, vooral omdat het zo gemakkelijk ging. Dat wilde ik vasthouden. Na een kilometer of vijf was de eerste verzorgingspost, beetje gedrang, maar ik kreeg een bekertje water te pakken. Het bleef lekker gaan. Ik zag het voordeel van een start achterin. Het werkt motiverend als je steeds mensen inhaalt en zelf niet de hele tijd heel hard voorbij gelopen wordt. Steeds koos ik een andere "haas" uit langzaam naar toe te lopen.
Ergens rond de 7 kilometer achterhaalde ik Rob en nog voor de 10 kwam ik tot mijn verrassing André tegen. Bij 12 kilometer stond Willem langs de kant en ik vloog nog steeds. Iets verderop snelde ik ook nog Anita voorbij. Daarna ging het toch een beetje moeizamer, vanaf 15 kilometer moest ik meer werken om het tempo te houden en mijn linkerkuit begon een beetje te protesteren. Dan word je niet optimistisch als een ervaren loper tegen een ander zegt dat een halve kilometer pas na kilometer 17 begint. Op de Stadhouderskade en n het eerte deel van het Vondelpark haalde ik niet veel mensen meer in. Op wilskracht wist ik aan te haken bij een paar andere lopers. De laatste 2 kilometer ging het weer beter en op de baan kon ik er nog een versnelling uitpersen.
Tussentijden en eindtijd.
In het grafiekje zie je mijn gemiddelde snelheid op basis van eigen geklokte tijden (blauw) en de gemeten punten van de championchip. Uit de geklokte tijden kun je zien dat het inderdaad tussen 8 en 13 kilometer erg goed ging (tot 4.30 per kilometer). Daarna had ik een dip met als uitschieter een kilometer boven de 5 minuten. Uit de einduitslag blijkt ook dat Anita uiteindelijk maar 13 seconden na mij arriveerde, terwijl ik haar volgens mij hard voorbij ging. Tegen het eind wist ik toch weer te versnellen. Misschien ben ik iets te hard gegaan in het middenstuk, maar ik heb voor mijn gevoel niet veel laten liggen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten