Wellicht kennen jullie de Runnerscup. Dit is een al lang bestaande interne competie bij de AV Pijnenburg waarbij lopers van de wedstrijdgroep een heel kalenderjaar de tijd hebben om een aantal wedstrijden van diverse afstanden te lopen. Ieder wedstrijd levert punten op volgens een ingewikkelde formule waarbij ook de leeftijd van de loper wordt meegerekend. Aan het eind van het jaar levert dat een eindstand op, maar het is meestal al een hele uitdaging om de cup "vol" te krijgen, dat wil zeggen voldoende wedstrijdjes in de diverse categorieën gelopen te hebben. Ieder heeft zo een voorkeur voor afstanden (wat korter of juist wat langer) en in de afgelopen jaren waren er door corona ook nog eens heel weinig geschikte wedstrijden in de buurt.
In de loop van dit jaar zag ik mijn kans schoon om weer een volle cup te krijgen door een 5 kilometer in Nijkerk (Hulckesteijnloop) en dan nog een 15 kilometer bij de Zevenheuvelenloop. Liever had ik voor de Montferlandrun gekozen, maar die ging dit jaar helaas niet door. 6 jaar geleden deed ik al eens mee in Nijmegen, maar dat is me toen matig bevallen omdat ik de zwaarte van het parcours wat had onderschat. Met gemengde gevoelens reed ik dus naar Nijmegen. Deze keer reed ik alleen. De eventuele passagiers waren met blessures afgevallen. De weersverwachting was lastig. het was ineens koud geworden (een graadje of 2) en in de loop van de middag zou er neerslag gaan vallen, maar misschien kon ik nog net droog lopen.
Ik parkeerde op Nijmegen Noord en met veel andere lopers gingen we met de bus naar het centrum, daar trof ik zowaar Jos. Samen kleedden we ons om (beide in korte broek, maar ik wel een shirt met lange mouwen) en nadat we onze bagage hadden gedropt was er nog maar kort tijd voor een stukje inlopen. Toen snel het startvak in waar zoveel lopers stonden dat het niet heel koud was. Na het officiËle startschot voor de prominenten duurde het nog een minuutje of 15 voor wij ook door de zandloper op pad konden.
Ik wist dat onder 1:15 in ieder geval moest kunnen, maar onder 1:10 zou top zijn. Een gemiddelde van 4:40 per kilometer zou me daar brengen. Ik besloot op gevoel te lopen en niet veel op mijn horloge te kijken. Het gaat eigenlijk overal op en af en het gevaar van te hard van start te gaan was me te groot. In de weken hiervoor had ik een aantal trainingen gedaan met intervallen op het beoogde tempo. Het idee was dat ik niet alleen een gevoel had voor het tempo, maar vooral ook voor de inspanning die nodig was. En zo kwam het dat de eerste kilometers met gemiddeld meer stijging wat langzamer gingen dan 4:40 (4:33, 4:46, 4:47, 4:45, 4:53). Zonder dat het meer moeite kostte, kwamen er daarna iets snellere kilometers (4:36, 4:33, 4:40, 4:36 en zelfs 4:20, maar die ging naar beneden). Tussen 10 en 11 kilometer volgt een laatste lange klim (4:48) en daarna was het dalen geblazen en durfde ik ook iets te versnellen (4:31, 4:23, 4:15 en 4:16). Ik realiseerde me dat ik onder de 1:10 zou eindigen, Uiteindelijk klokte ik zelf net onder de 1:09 en daar was ik uiteraard heel blij.De officiële eindtijd is 1:08:57 en dat scheelt maar 31 seconden met 6 jaar geleden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten